Angst die ik niet gevoeld heb

Mijn oudste is dit jaar begonnen op de middelbare school. Uiteraard kwam daar heel wat angst bij kijken. Bij mij, dus.
Weet ze wel wanneer ze in welk lokaal moet zijn? Begrijpt ze hoe de kluisjes werken? Weet ze waar de wc’s zijn? Kan ze het vinden met haar klasgenoten? En met haar leraren?
En de grootste angst van allemaal: overleeft ze het verkeer?
Haar school is een eind bij ons huis vandaan (in haar tempo ongeveer 40 minuten fietsen) en ze moet dwars door het centrum van Arnhem en een enorme brug over de Rijn over. We hebben deze fietstocht de hele zomer geoefend. En dat ging redelijk. Niet goed. Redelijk.
Dat is best wel wat, om je kind 40 minuten door de spits te laten fietsen, terwijl ze het “redelijk” kan. Maar met een krampachtige lach op mijn gezicht zwaaide ik haar uit op de eerste schooldag, en daarna heb ik het op een zuipen gezet. Nee hoor, niet echt. En gelukkig maar, want een half uur later stond mijn dochter huilend op de oprit: “Het lukt niet!” en moest ik haar met de auto naar school brengen.
De dagen daarna was ik niet in de gelegenheid om haar naar school te brengen en fietsen durfde ze toch echt niet aan. Dus hoe moet dat dan? “Ik kan wel met de bus,” zei ze zelf. Prima, dan ga je lekker met de bus. Dat leverde in de eerste weken hele gezellige app-gesprekken op, daar heb ik al eerder over geschreven.
En na een paar weken had ze haar draai helemaal gevonden in het Arnhemse openbaar vervoer. Ze moet overstappen op Arnhem Centraal en er zijn alles bij elkaar 6 verschillende buslijnen die ze kan nemen. Inmiddels weet ze precies welke fijn zijn (rustig) en welke niet (die rijdt een andere route, en die doet er langer over). Alles in orde, dus.
Laatst was ik zelf op Arnhem Centraal. Ik kwam aan met de trein en ik ging met de bus naar huis. Dus ik moest wachten bij het busstation. En jeetje hee. Dat is me nogal een busstation. Enorm. Met overal informatieborden. Perrons. De stadsbussen staan heel ergens anders dan de streekbussen. En mensen. Zo veel mensen.
Ineens overviel me – met terugwerkende kracht – een enorme angst om mijn kleine meisje met de enorme rugzak hier in haar eentje haar weg te laten zoeken. En meteen daarna bedacht ik: ze doet het al. Al maanden, inmiddels. Zonder dat ik me daar angstig over gevoeld heb.
Nou, toen zat ik dus even te janken op dat busstation. Vanwege mijn fantastische dochter die in korte tijd op eigen kracht een doorgewinterde busreiziger is geworden. En vanwege mijzelf en de angst die ik niet gevoeld heb.
Dat is ook wel eens leuk.