Dag en nacht

Sinds vorige week heb ik twee kinderen op de middelbare school. Heftig hoor!

Want ging mijn oudste vorig jaar nog met het ov naar school, inmiddels is de school verhuisd en gaan de meiden per fiets en pont. Zie foto. Het ziet er super-idyllisch uit zo. Maar er kan natuurlijk van alles misgaan onderweg…

Daar maak ik me uiteraard zorgen over. Maar dan mediteer ik even, en ik denk er nog eens wat verder over na, en dan zeg ik tegen mezelf: “Het zijn verstandige meiden, ze letten heus wel goed op.” En: “Het is een behoorlijk veilige route die ze moeten fietsen.” En ook: “Er kan altijd iets gebeuren, maar statistisch gezien is de kans heel klein.”

En dan wordt het nacht. Mijn kinderen liggen veilig in hun bed. Maar morgen moeten ze weer. Op de fiets. Het verkeer in. En ineens realiseer ik me: die genuanceerde, rationele gedachten die ik overdag heb zijn in feite gewoon idealistitsche hippie-bullshit-dromen! Het leven is echt kei-gevaarlijk! Ze moeten langs dit kruispunt, waar je heel slecht overzicht hebt. En ze moeten over dat dijkje, waar de auto’s soms heel hard rijden. En ze zijn nog zo jong en onervaren en snel afgeleid. Wat als hun fiets ineens stuk gaat? En IEDEREEN weet toch dat er steeds vaker dronken, joyridende, sms-ende bestuurders op de weg zijn? Fuck statistiek! MIJN KINDEREN GAAN HARTSTIKKE DOODGAAN!

’s Ochtends word ik – doodmoe – wakker, ik zwaai de meiden uit en ik keer langzaam weer terug naar mijn genuanceerde, rationele zelf.

Totdat ik dit bericht lees: Fietser overleden door botsing met bestelbus is Oosterbeek. Of ik heb een gesprek met een oudere dorpsgenoot die, nadat hij hoort dat mijn kinderen zelf naar school fietsen, doodleuk zegt: “Oh maar het is zóó gevaarlijk in het verkeer, er rijden zó veel gekken rond tegenwoordig. En straks moeten ze óók nog in het donker gaan fietsen! Trouwens, weet je wat óók gevaarlijk is? Potloodventers! Ik kwam er laatst eentje tegen toen ik de hond uitliet. Er zijn écht veel gekke mensen in de wereld!”

En bedankt! Overigens heeft deze dorpsgenoot vier kinderen die inmiddels gezond en wel volwassen zijn. Maar toch fijn dat er zo meegeleefd wordt.

En ik mediteer maar weer een keer. En ik mijmer over het idee om mijn kinderen in een klooster te stoppen. En ik bedenk dat dit niet uniek is, maar dat ALLE moeders OOIT deze gevoelens hebben gehad. Onze eigen moeders ook; en kijk ons nu eens allemaal – min of meer – gezonde volwassenen zijn!

En dat helpt dan. Een beetje.
Overdag.