Doe je een jas aan?

Hoe vaak zou een gemiddelde moeder bovenstaande vraag stellen in haar leven?

Mijn antwoord is: vaak. Heel vaak. Te vaak, als je het mijn kinderen vraagt.

Dat loslaten van kinderen, dat klinkt zo simpel. We hebben het er op dit blog ook vaak over. Ik weet heus wel dat dat nodig is. Maar HOE?

Ik probeer nu dit: In elke situatie waarin ik bepaald gedrag van mijn kinderen probeer te bewerkstelligen, bijvoorbeeld dat ze een jas aandoen als het fris is buiten, stel ik mezelf de volgende vraag:

Wat wil ik bereiken?

En dan geef ik mezelf drie antwoorden om uit te kiezen (spoiler: het laatste antwoord is het juiste).

  • Ik wil dat mijn kinderen mij onvoorwaardelijk gehoorzamen.

Eh… Het klinkt heel even heel mooi, maar nee, dat is niet wat ik wil bereiken.

  • Ik wil dat mijn kinderen het nooit koud hebben.

Deze is de instinker. Ik WIL graag ja zeggen. Want het is toch vreselijk als mijn bloedjes van kinderen het koud hebben?? Maar dan kijk ik naar antwoord 3.

  • Ik wil dat mijn kinderen leren om zelf in te schatten wanneer ze een jas aan moeten doen.

Ja. Dat is ‘m.

Mijn dochters zijn 9 en 10. Ze snappen wat koud en warm is. Ze kennen de functie van een jas. Ze moeten het zelf beslissen. En dan zitten ze er misschien een keertje naast. En dan hebben ze het koud. En dat is helemaal niet erg. Want ze leren van die ervaring. En elke volgende keer zijn ze weer iets beter in staat om in te schatten of ze een jas nodig hebben.

Denk je nu: Dat klinkt goed, maar ik ga toch niet elke keer zo’n heel vraaggesprek voeren met mezelf? Snap ik. Dan is hier de verkorte versie: Zeg het niet. Dat wat je bedenkt om je kinderen te “helpen”. Zeg het gewoon niet. En kijk maar wat er gebeurt.