Dorps verkeer

Na een maand in de provincie kan ik niet anders zeggen dan: het bevalt ons prima hier! Natuurlijk missen we van alles en van iedereen. Maar we hebben er ook een hoop voor teruggekregen.
Het meest verrassende dat ik mis is het Amsterdamse verkeer. Niet alles hoor. Scooters op het fietspad zijn stom en scooters op de stoep zijn in geen enkel denkbaar universum een goed idee. Die mis ik niet. Maar wat dan wel in dit slaperige dorpje waar de buren elkaar altijd vriendelijk groeten en je de vogeltjes hoort fluiten?
In Amsterdam vond ik het doodeng om mijn kinderen zelf te laten fietsen. Maar ik liet ze wel, want anders leren ze het nooit. En ze waren best verantwoordelijke verkeersdeelnemers, in ieder geval op dat kleine stukje van huis naar school. Ik had me zo voorgesteld dat met al onze stadse ervaring een fietstochtje in ons dorp als een wandeling in het park zou zijn. Ik fantaseerde idyllsche taferelen waarin mijn kinderen geheel zelfstandig erop uit trekken om hun nieuwe woonomgeving te gaan verkennen. En dat ze dan om 6 uur ’s avonds thuiskomen met vieze kleren en grote verhalen.
De werkelijkheid is anders. Want in dit stille dorpje zijn de meest onmogelijke kruispunten. Zonder stoplichten, en alles loopt schuin en scheef en er komen 5 wegen samen en wie heeft er dan voorrang? en je kunt überhaupt niet zien of er iets aankomt want er staan overal auto’s geparkeerd in te smalle straatjes en wat doen al die bomen daar?? en er rijden ook gewoon bussen en vuilniswagens rond. Het is zo onoverzichtelijk! En dat zijn wij stadsmensen niet gewend. Wij draaien onze hand niet om voor de Hoofdweg en de Jan van Galenstraat. Maar ja, die steek je over op kruispunten. Met duidelijke plekken waar de voetgangers, de fietsers en de auto’s zich horen te bevinden. Als het stoplicht op groen springt mag je doorfietsen, bij rood moet je stoppen. Lekker makkelijk. Ook als sommige andere weggebruikers zich niet aan de regels houden, dan nog is de situatie overzichtelijk. Mijn dochters kenden hun plek. Hier niet hoor. Hier staan ze gerust midden op het kruispunt stil omdat ze daar (voorbij al die onhandig geparkeerde auto’s en bomen) het beste zicht hebben op die weg van rechts. Dat ze ondertussen aangereden kunnen worden door al het andere verkeer komt niet bij ze op. Dat moeten we er nu zo snel mogelijk in gaan rammen!
En zij zijn niet de enigen die het lastig vinden. Mijn eerste daad op de fiets in mijn nieuwe woonplaats was dat ik er vanaf viel. Want ik stond op een helling te proberen om dwars door de geparkeerde auto’s heen te kijken. Maar ook aan deze kant van het land heb ik geen Röntgen-ogen. En net toen ik dacht dat ik kon, kwam er ineens een auto tevoorschijn uit een onverwachte hoek. Tegelijkertijd opstappen en afstappen is helemaal niet handig. Dus ik viel. Gelukkig lachten de buren wel vriendelijk naar me.