Echt zo’n moederding

Mijn oudste is tiener. Niet zomaar een kind dat 10 jaar is geworden. Nee, een Echte Tiener.

Onduidelijk gegron of JAHAA / NEEHEE als ik een vraag stel. Rollende ogen of een verwijtend ‘màhàm!’ als ik iets doms zeg (en dat doe ik bijna voortdurend, weet ik nu). Knuffelen mag alleen nog maar als zij het initiatief neemt. Als ik haar vraag om een knuffel, dan geeft ze me een knuffelbeest.

Een typische tiener.

En ik blijk een typische moeder te zijn. Ik vraag op een koude dag: “Doe je je handschoenen aan?” En zij antwoordt minachtend: “Dat beslis ik zelf wel!” Laatst was ze van haar fiets gevallen, en toen ze thuiskwam zei ik: “Ach, toch meissie, gaat het?” Maar dat was een veel te overbezorgde vraag. “Het valt wel mee, hoor,” mompelde ze geirriteerd. En toen ik haar laatst ging uitleggen dat verkeer van rechts voorrang heeft, keek ze me meewarig aan en zei ze: “Dat weet ik heus wel!” En direct daarna kreeg ik de doodssteek: “Dat is echt zo’n moederding om te zeggen!” Au, dat doet pijn. Míjn moeder deed dat altijd, van die typisch overbezorgde moederdingen zeggen. Maar zo’n moeder ben ik toch niet??

Toch wel.

Gelukkig kan mijn dochter het wel relativeren. Als ik zeg “Sorry, dat je zo’n moeder hebt die van die moederdingen zegt.” Dan zegt ze: “Ach, als jij mijn moeder niet was, dan had ik vast een andere die óók van die moederdingen zegt.”
En zo is het ook.