Hoera, ik kan lezen

Er is geen ontkennen meer aan: zoon kan lezen. Hij negeert het volkomen als wij er iets over zeggen en hij doet net alsof hij het niet kan. Maar hij kan het. Vanavond aten we bij een pizzeria. Hij staarde naar het bord aan de muur en zei: “Pizza van de maand”. We fietsten naar huis over een brug bij Artis. Bovenop de brug ging ik stil staan bij het bord in de vorm van een nijlpaard. Zoon was even stil, spelde wat letters en zei droogjes: “Nijlpaardenbrug”. Wel ja. En dan keihard doodleuk blijven beweren dat je niet kunt lezen. Ik ben Gekke Henkie niet.

Elke keer als zoon de afgelopen maanden een woord of een zin las, dan stuiterde ik vol enthousiasme op en neer. Want: Hij. Kan. Lezen! Zoon vond dat helemaal niks. Hij stopte dan elke keer prompt met lezen. Ik snapte daar niks van. Lezen is toch leuk? Ik kon ook lezen in groep twee en ik was daar volgens mij gewoon blij mee en best trots op.

Maar vandaag viel bij mij opeens het kwartje. Ik denk dat ik begrijp waarom hij niet wil toegeven dat hij kan lezen. Zodra ik door heb dat zoon iets zelf kan, dan vraag ik hem regelmatig dat dan ook even zelf te doen. Brood smeren, een hap nemen, drinken maken, sokken aantrekken. Van die zaken die alle vijfjarigen prima zelf kunnen doen, maar liever door hun ouders laten regelen. Gewoon. Omdat het kan. Gemak dient de mens. Ouder dient het kind. Zou zoon bang zijn dat ik hem niet meer wil voorlezen als ik er achter kom dat hij zelf kan lezen?

Dus vanavond zei ik tegen hem: “We hoeven het hier niet lang over te hebben, ontken het nou maar niet, jij kunt gewoon lezen. Maar dat betekent niet dat ik je nooit meer voor ga lezen. Dat wil ik zelfs nog wel voor je doen als je veertig bent”. Zo’n belofte doe ik natuurlijk alleen omdat ik zeker denk te weten dat zoon tegen de tijd dat hij veertig is toch wel toe zal geven dat hij dingen ook zelf kan.

En tot die tijd geniet ik er gewoon keihard van als hij tegen me aan kruipt en verhaal na verhaal wil horen. Van geweldige verhalen van Annie M.G. tot vreselijke bagger als Tip de Muis. Kijk me lief aan, kruip tegen me aan en ik lees het voor. “Hoera”, denk ik dan, “ik kan lezen!”