Jij

Jij: kleurige Desigual-jas, mama-fiets, gehaaste blik in de ogen.
Ik: grijze gewatteerde winterjas, mama-fiets, iets minder gehaaste blik, want vrije dag.
We fietsen elkaar tegemoet. Van een afstandje lijk jij sprekend op de moeder van S. Dus ik steek mijn hand op om je te groeten. Jij groet terug, want waarschijnlijk lijk ik sprekend op de moeder van Iemand.
Dichterbij gekomen zie ik dat wij elkaar helemaal niet kennen. Even voel ik me heel belachelijk. Heb ik zomaar m’n hand opgestoken naar een vreemde, hoe genant!
Maar dan bedenk ik, de dag na Internationale Vrouwendag, dat het helemaal niet uitmaakt of we elkaar wel of niet ontmoet hebben. Het maakt helemaal niet uit of jij de moeder van Iemand of van Iemand Anders bent.
Wij kennen elkaar.
Fijne dag, jij!