Kind-red-reflex

Een goede moeder. Die zorgt voor haar kind. Ze voedt het, knuffelt het, wast het zo nu en dan, verbiedt hier en daar eens wat en zorgt dat het niet in zeven sloten tegelijk loopt. Veel van deze dingen lukken mij behoorlijk goed. Zoon is blij en gezond en doorgaans niet gewond. Maar dat laatste heeft hij denk ik niet helemaal aan mij te danken.
Toen hij nog een baby was, zo’n wurm die niet zit of rolt of kruipt, toen kreeg zoon het natuurlijk toch een keer voor elkaar om van ons bed te vallen. Oeps. Vriend en ik stonden naast het bed, zagen het gebeuren en slechts één van ons deed iets. Vriend nam een snoekduik over het bed en probeerde zoon te vangen. Held. Zoon hield er niets aan over en vriend kwam bij van de schrik. En ik? Ik voelde me schuldig. Want terwijl vriend als Superman over het bed vloog, stond ik toe te kijken hoe mijn kleine baby nietsvermoedend van het bed stortte. Ik bewoog gewoon niet. Mijn lijf reageerde totaal niet op wat mijn ogen registreerden.
Het bleef niet bij die ene keer. Het is me vaker overkomen. Onlangs viel zoon in de sloot, terwijl hij mijn hand vast had. En vandaag nog. Zoon wacht altijd keurig met oversteken, maar vanmiddag nam hij het spontane eigen initiatief tot oversteken zonder dat wij hadden gezegd dat het kon. Hij rolde met zijn fiets de weg op. Ik stond stil en riep ‘Stop. Stop! STOP!’, terwijl Vriend met de inmiddels bekende snoekduik zoon greep en de stoep weer oprolde. Heel effectief.
Tja. Mijn kind-red-reflex doet het dus niet. Daar kan ik me natuurlijk vreselijk schuldig over gaan voelen. En dat lukt me ook wel. Maar, laatst ontdekte ik dat ik het juist heel goed doe. Risicovol spelen, dat is het helemaal! Hoezo voorkomen is beter dan genezen? Grenzen verleggen en risico’s onderzoeken, dát is wat kinderen moeten doen. De slogan van de Risicovol spelen-campagne is zelfs: “Met een beetje risico komen ze er wel”. En pleisters plakken en troosten, dát kan ik dus echt heel goed.