Lang

Zoon is lang. Dat is hij altijd al geweest. Ik herinner me nog levendig dat ik als kersverse moeder op een stoel onder de douche zat toen de kraamhulp haar hoofd de badkamer in stak en verbijsterd riep: “Renske! Hij is 56 centimeter!”.
Sindsdien gaat er geen week voorbij waarin ik niet moet beamen dat zoon inderdaad erg lang is terwijl zijn ouders dat niet zijn. Als ik hem aan mensen voorstel dan vertel ik er meteen bij hoe oud hij is, omdat hij standaard twee jaar ouder wordt geschat. Hij zit er niet mee en wij ook niet.
Maar soms zit ik er stiekem eigenlijk wel mee. Vorige week zat zoon op zijn meegroei kinderstoel aan tafel. Vriend en ik keken vanaf de bank naar hem en concludeerden dat het er echt niet uitzag. Het paste voor geen meter! Overal staken knieën en voeten uit. We vroegen zoon of hij niet liever op een gewone stoel wilde zitten. De kinderstoel werd resoluut aan de kant geschoven en per direct buiten gebruik gesteld. De weemoed kroop langzaam mijn lijf in.
Maar ik deed dapper mee en zette de stoel op Marktplaats. Een paar uur later werd hij al opgehaald. En hop, weg was het laatste kindermeubelstuk dat we in huis hadden. De weemoed deed zijn werk en ik pinkte een traan weg terwijl ik dacht aan de schattige peuter die ooit op die stoel zat. Vriend en zoon gaven me een dikke knuffel.
En toen ontdekte ik dus ook een voordeel! Zo’n groeiend kind kan dus steeds grotere knuffels geven. Hij heeft nog steeds heel zachte kinderwangen en wel al heel lange grote jongens armen en is nog dol op zijn moeder. De perfecte combinatie! Daar ga ik de komende tijd dus keihard van genieten.