Mijnenveld

Het is nog net kerstvakantie en ons huis is een mijnenveld. Dat hoort bij kerstvakantie. De hele dag lang in je pyjama op de grond liggen graven. Veel graven. Keihard werken aan dat mijnenveld. En ik kan hier trots meedelen: Het is zoon gelukt, het mijnenveld is af. Echt. Overal. Ligt. Lego. Het is levensgevaarlijk.

Waarschijnlijk hoef ik dit stukje helemaal niet te schrijven, want iedereen kent de voor en nadelen van Lego. Overdag is Lego je vriend: het houdt je kind zoet en je kunt er zelf ook lekker mee bouwen. Maar midden in de nacht is Lego je grootste vijand.

Vóór je kind gaat slapen schuif je nog even alle Lego aan de kant, met het idee: waarom zou ik het nu allemaal in die bakken gaan gooien als het er morgenochtend vroeg weer uit gekieperd gaat worden? En geloof mij: dáár gaat het dus mis. Want als jouw kind je midden in de nacht roept, na een nare droom of met een droge hoest, dan denk jij niet meer aan die berg Lego. En al helemaal niet aan dat ene Legoblokje dat je over het hoofd zag. Daar stap je op. In het donker. Met je slaperige warme voet. Vervolgens schreeuw je het huis bij elkaar van de pijn en gaat je kind huilen van de schrik. Leuk joh.

In Amerika luidt een bekende verwensing: I hope you step on a Lego. Dat klinkt heel grappig, maar dat is het niet. Je moet wel goed pissig op iemand zijn, wil je dat roepen.

Er is trouwens een aardige TED Talk die ‘I hope you step on a Lego‘ heet. Die gaat niet over verwensingen, die vertelt dat je altijd moet blijven spelen. Dat dat goed voor je is. Dat wisten wij natuurlijk al. Maar toch. Je kunt die plastic blokjes nog zo verwensen, als je er op gaat staan, het is ook verdomde leuk spul. Met de playmobil van zoon heb ik helemaal niks, ik wil er nooit mee spelen. Ik zucht en kreun wat als hij het me vraagt en ik stel meteen zes andere dingen voor. Maar met Lego heb ik geen moeite. Toch knap, dat ze in Denemarken iets kunt maken waar je zo’n verdomde haat en liefde tegelijk voor kunt voelen.

De vakantie is voorbij, vanavond ruimen we alles maar eens op. Nog een goede reden om blij te zijn met het einde van de vakantie: we kunnen weer zorgeloos midden in de nacht op blote voeten door het huis.