Oud

Het is gebeurd. Ik ben afgeschreven. Mijn dochter snapt mijn mobiele telefoon beter dan ik.

Ik had iets gedaan, waardoor een of andere instelling verkeerd stond en ik iets essentieels niet terug kon vinden. Wat ik ook probeerde, ik kreeg het niet voor elkaar. Ik besloot om als laatste redmiddel grondig te gaan vloeken, toen mijn oudste kalmpjes zei: ‘Geef maar even hier, mama.’ En verrek, met drie klikjes en een swipe heeft ze het opgelost. En kreeg ik een doorkijkje naar een toekomst waarin mijn kinderen prima functioneren zonder mij.

Fantastisch natuurlijk. Daar doe je het allemaal voor. Maar ook vreemd. Ik heb lange tijd geworsteld met de vraag: “Wie ben ik als moeder?” En hoppa, de volgende vraag dient zich alweer aan: “Wie ben ik daarna?”

Deze tussenin-jaren zijn eigenlijk heerlijk. Ze hebben me niet meer zo hard nodig, maar ze kruipen af en toe nog wel lekker bij me op schoot. Weliswaar steken er steeds meer onderdelen uit, en al snel worden ze te zwaar en moeten ze weer van m’n schoot af.

Er komen ook steeds nieuwe manieren bij om van mijn kinderen te genieten. Bijvoorbeeld door samen Wie is de Mol? te kijken. Ik ben al jaren fan van het programma en die verslaving hebben mijn kinderen van me overgenomen. Vorig jaar heb ik op zondagochtend de afleveringen van de avond ervoor met ze gekeken. Dit jaar mogen ze op zaterdagavond opblijven om mee te kijken. Ze zitten er helemaal in en zijn bloedfanatiek aan het theoretiseren over Wie de Mol is. (Sanne, natuurlijk. Of toch Jochem? Nee… Thomas! Ik weet het niet! Argh!)

De aflevering van afgelopen zaterdag had de mysterieuze titel ‘Raamtaal’. Mijn jongste ontdekte meteen dat dat omgekeerd ‘Laat maar’ is. En mijn oudste grapte laatst over mijn jongste: “Gisteravond bij de pizza-opdracht viel het mij op dat ze haar pizza niet helemaal opat. Dat vond ik heel verdacht…”

Heerlijk dit.