Poepiescheet

Ik was jaren geleden op een verjaardag met heel veel stadse moeders en één nietsvermoedende aanstaande stadse moeder. Er waren baby’s en peuters en ouders en ik wist niet wat me overkwam. Ik was nog niet bestand tegen zo veel kindergeweld en zo veel ouders die zo veel prima vonden. Er werd gerend, gesnaaid en gevloekt. Er was een jongetje dat de hele middag met een grote grijns op zijn gezicht ‘godverdomme’ aan het roepen was. Ik ben nogal een zeikerd en ik heb dat vloekende kind de hele middag met een misprijzende blik aangekeken.
Inmiddels heb ik zelf een kind dat natuurlijk ook met allerlei termen thuiskomt. Dat hoort er een beetje bij als je je kind uitbesteedt. Je kunt je koter moeilijk onder een steen leggen tot hij achttien is om maar te voorkomen dat hij nare woorden in de mond gaat nemen. Dat lijkt me niet gezond en ook niet passen onder de noemer ‘klaarstomen voor de grote boze mensen wereld’.
Mijn overgrootmoeder dacht daar trouwens anders over. Mijn oma groeide op in de Jordaan en ze mocht van haar moeder niet buiten spelen. Want dan zou ze plat Amsterdams gaan praten en dat was niet netjes. Tot dat de huisarts mijn overgrootmoeder een standje gaf. Want het was ongezond voor een kind om nooit buiten te spelen. En sindsdien werd ze zo nu en dan naar buiten gestuurd om te gaan spelen. Kon ze eindelijk lekker plat leren praten en vieze woorden leren.
Zoon vertelde me van de week dat een groepsgenootje op de opvang vieze woorden tegen hem had gezegd. Ik vroeg hem niet welke vieze woorden dat dan waren, maar ik was wel benieuwd hoe hij had gereageerd. Hij vertelde trots dat hij had geantwoord met ‘poepiescheet’. Ik vond dat eigenlijk best keurig. En omdat ik niet wist of ik het zeggen van vieze woorden tegen andere kinderen moest afkeuren ben ik er maar niet verder op ingegaan.
Het negeren van scheldwoorden werkt bij ons tot nu toe heel goed. Vriend en ik manoeuvreren zo goed en zo kwaad als het gaat om het schelden heen, in een poging het goede voorbeeld te geven. Maar natuurlijk riep ook zoon laatst het voor peuters bijna magische woord: godverdomme. Wij reageren daar helemaal niet op. Op geen enkele manier. Voor een peuter is daar dus geen zak aan, want voor een peuter draait alles om aandacht, positief of negatief. Dus daar was de lol al heel snel vanaf.
Maar tot welke leeftijd is vloeken gewoon echt niet tof? Ik ben geen lid van de bond tegen vloeken en ik ben ook geen heilig boontje. Want laten we wel wezen: het is gewoon heerlijk om af en toe hartgrondig te schelden. Als je op een legoblokje stapt bijvoorbeeld. Maar vloekende kinderen zijn niet per se aandoenlijk of grappig of zo. Paulien Cornelisse schreef er een stukje over in haar boek ‘En dan nog iets’. Ze groeide op in de jaren tachtig in een ongelovige omgeving waar ze gewoon mocht schelden. “Dat was in feite juist goed, want we gingen er godverdomme met z’n allen voor zorgen dat de zeehondjes gered zouden worden.” Volgens Paulien zijn opvoeders inmiddels niet zo modern meer omdat ze hun kinderen “chips” leren zeggen in plaats van “shit”. Ik weet nog niet wat ik daar allemaal mee moet. Want dat “chips” klinkt natuurlijk best heel lullig. Potverdrie, best een lastig dingetje, dat opvoeden.
Mijn jongste heeft een jongetje in de klas met een (Nederlandse) taalachterstand. Af en toe vertelt ze ons over welk nieuw woord hij geleerd heeft. Een paar dagen geleden vertelde ze heel trots dat hij al (!) “watdefuk” kon zeggen. Ze zei het zo onbevangen dat wij er keihard om moesten lachen. (Daar komen we dus voorlopig niet vanaf. Negeren werkt bij ons tot nu toe ook het beste.) Man heeft dochter nu gezegd dat ze haar klasgenootje maar het woord “sapperloot” moet aanleren. Ben benieuwd…