Sneeuw

‘Wat fijn dat het nieuwe jaar begonnen is, nu is het lente!’ Riep zoon vrolijk aan het nieuwjaarsontbijt. Ja hoor, het jaar was nog maar net begonnen en wij moesten zoon alweer een illusie armer maken. Enigszins geprakt door de korte nacht vertelden wij hem droogjes dat het nog lang geen lente is, dat het nog maar net winter is. Zoon vroeg vrolijk of het dan gaat sneeuwen en of er ijs op de sloot komt. Weer volgde een lichte teleurstelling, want ijs en sneeuw, vertelden wij, dat komt niet zo vaak voor in Nederland. Inmiddels is er her en der wel wat wits gevallen, maar van de aan de stoep gevroren ijzel in Amsterdam konden wij geen sneeuwpop maken.
Elke winter weer kijken hordes kleuters vol hoop en groeiende teleurstelling naar buiten, in afwachting van dé winter, dé sneeuw. Zoveel teleurstelling aan het begin van het nieuwe jaar. Het is allemaal de schuld van kinderboeken. Stapels en stapels kinderboeken. Want: in kinderboeken sneeuwt het altijd in de winter. Totaal onrealistisch. Waarom? Omdat sneeuw er leuker uit ziet dan regen en wind. Een verhaal over sneeuwballen gooien en sleeën is een stuk gezelliger dan een verhaal over leren fietsen met striemende regen tegen je wangen.
Van al dat gebrek aan sneeuw en ijs word ik bijna een slechte moeder. Ik verzuim dikke wollen truien en winterlaarzen te kopen. ‘Zoon heeft ze toch niet nodig’, denk ik dan. En dat wat ik wel voor hem aanschaf weigert hij pertinent aan te trekken. Dus ja, mijn kind vertrekt in de ochtend bij 1 graad Celsius zonder sjaal of muts naar school. Hij heeft het blijkbaar liever koud.
Vroeger, toen ik nog naïef en geen moeder was, had ik wel eens een oordeel over ouders van kinderen die niet super warm ingepakt waren. Inmiddels weet ik beter. Af en toe kies je er voor de strijd even niet aan te gaan. Ik kan niet wachten tot zoon wat ouder is en net als de dochter van Sonja gaat zeggen: ‘dat is niet jouw probleem mama’.
Tot die tijd blijf ik het proberen, al zijn mijn pogingen niet heel overtuigend. Toen ik zoon vanmorgen vroeg of hij een sjaal om wilde antwoordde hij: ‘Ja!’. Daarop hoorde ik mezelf vol ongeloof zeggen: ‘Weet je het zeker?’. Je raadt het al: zoon vertrok zonder sjaal naar school. Ik heb nog veel te leren.