Stoer

We liepen in het bos. Daar lag een omgevallen boom over een dal heen, op ongeveer 4 meter afstand boven de grond. Er groeide mos op de zijkanten, maar niet op de bovenkant. Hij lag hier duidelijk al een tijdje en het was duidelijk een klauterboom geworden. Mijn dochters aarzelden geen moment en voordat ik “Voorzichtig!!” kon denken waren ze al overheen gelopen. “Nog een keer!” riepen ze enthousiast. Ik zette mijn rugzak neer, want hier waren we voorlopig nog niet weg.
Na de derde of vierde keer vroeg mijn oudste ineens: “Mam, wil jij ook?” Ze wil altijd graag dat anderen delen in haar plezier, de schat. En ik dacht: welja, waarom niet? Die boom ziet er stevig uit, hij is ook best breed, ik heb goeie schoenen aan. Wat kan er misgaan? Nou ja, angst dus. Ik zette een paar stappen op de boomstam en ik durfde niet meer verder. “Kom op, Son, dacht ik. Niet kinderachtig doen. Je hebt drie stappen gezet, dan kun je er ook nóg drie!” Maar nee. Dat kon ik niet. Mijn dochters moedigden me superlief aan. “Je kunt het, mama! Gewoon doen! Het is echt niet eng!” Vol verwachting keken ze naar me op. Ja, dacht ik. Ik ben Moeder. Ik moet het Goede Voorbeeld geven. Doorzetten. Volhouden. Je angsten overwinnen. Dat soort waardevolle levenslessen. Maar het ging gewoon niet. Ik kon niet eens bedenken waar ik dan precies bang voor was, maar ik was gewoon Heel Bang. Uiteraard durfde ik niet vooruit, maar ook niet achteruit. Inmiddels kreeg ik het benauwd en voelde ik me duizelig worden. Idioot zeg, hoe angst dan eigenlijk een selffulfilling prophecy wordt. Ik verzamelde al m’n moed, draaide me om en zette de drie stappen terug naar veilige grond onder mijn voeten. Ik had Gefaald. Voor de ogen van mijn dochters.
Maar wacht eens even. Bedacht ik toen. Ik heb mijn dochters juist wel het goede voorbeeld gegeven. Ik heb ze laten zien dat je kunt falen in iets dat je je hebt voorgenomen. En dat dat heel vervelend kan voelen. Maar dat je daarna gewoon weer doorgaat met je leven. En dat je het misschien later nog wel een keer gaat proberen. (Of niet.)
Mijn dochters waren weer superlief. “Echt stoer dat je het geprobeerd hebt, hoor!” zeiden ze. Zij begrijpen het.