Tegenstrijdig

Er kwam laatst een vriendinnetje van mijn jongste spelen. Woensdag, dus eerst lunchen. Het vriendinnetje werpt één blik op ons brood en zegt: Dat lust ik niet. Zonder het zelfs te proeven! Daar heb ik dus een ontzettende hekel aan. Ik vind dat zo kinderachtig.

De reden waarom dat bij mij zo veel boosheid oproept is waarschijnlijk omdat ik zelf als kind een verschrikkelijk slechte eter was. Regelmatig zat ik een uur nadat de laatste persoon van tafel was gegaan nog achter een koud prakje hutspot. Nog steeds word ik misselijk van de geur van gekookte wortels. Bleh. Met mijn eigen kinderen heb ik natuurlijk ook genoeg te stellen, maar een van de regels die wij vanaf het begin redelijk consequent hebben toegepast is dat je iets eerst moet proeven voordat je zegt dat je het niet lust.

Deze totaal ongefundeerde afwijzing van ons brood door dit vriendinnetje zat mij dan ook flink dwars. Maar ik moet ook terugdenken aan mijn eigen jeugd. Ik was dus een moeilijke eter, maar niet buitenshuis. Tot grote frustratie van mijn moeder at ik bij andere kinderen thuis wél gewoon bruin brood met kaas, boerenkoolstamp en hut… nee, geen hutspot, dát niet. Ik at bij andere kinderen (bijna) alles wat de pot schafte, omdat ik te schijterig was om tegen de andere moeders te zeggen dat ik iets niet lekker vond.

Behalve dit moeilijk etende vriendinnetje zijn er hier ook regelmatig andere kinderen over de vloer die gewoon durven vragen om een snoepje, of nóg een snoepje. Of zelfs “Waaróm mogen we niet nog een snoepje?”

Eigenlijk zijn die kinderen superstoer. Die zeggen gewoon tegen iemands moeder precies wat ze denken! Wat een helden! En tegelijkertijd zo bloed-irritant.

Wat zit zo’n moederrol toch vol tegenstrijdigheden. Ik wil dat mijn kinderen zelfstandige vrouwen worden, dat ze hun eigen weg gaan zonder zich al te veel aan te trekken van wat anderen zeggen. Ik wil dat ze kritisch zijn. En assertief. Dat soort dingen. Maar totdat ze 18 zijn wil ik vooral dat ze mij gehoorzamen. Zonder gezeur en zonder discussies.

En ik wil dat ze bij andere kinderen thuis netjes en beleefd keihard zeggen waar het op staat.