Van Gogh

Het was dus zomervakantie en we gingen dus leuke dingen doen. Maar het was ook een beetje regenachtig en koud.

Ik vroeg mijn dochters waar zij zin in hadden. Het Van Goghmuseum! was unaniem het antwoord.

Daar vragen ze al anderhalf jaar om, sinds ze op school met het thema Kunst bezig waren geweest. Ik had ook al eerder een poging gedaan om er met ze heen te gaan, maar was toen afgeschrikt door de enorme rij. Inmiddels ben ik een stuk ouder en wijzer en weet ik dat je via de website kaartjes kunt bestellen voor een vast tijdstip. En dan mag je op dat tijdstip gewoon langs die rij naar binnen lopen. (Interessant detail: je kunt hierbij ook gewoon je Museumkaart gebruiken. Je hoeft dan niets te betalen voor de kaartjes, en je mag nog steeds langs die rij naar binnen. Goed geregeld, Van Gogh!)

Mijn oudste vroeg toen ze de rij zag: Waarom willen er zo veel mensen naar dit museum?

Ik: Omdat Van Gogh een hele beroemde schilder was.

Dochter: Nee hoor, hij was juist helemaal niet beroemd! Tijdens zijn leven vond niemand zijn werk mooi.

Hm. Die kinderen worden met de dag slimmer. Daar moesten ze ook eens iets aan doen.

Binnen blijkt ze nog veel meer feiten over Van Gogh onthouden te hebben, bijvoorbeeld over zijn stijl van schilderen met streepjes en het feit dat hij zijn eigen oor eraf heeft gesneden. Al die kennis komt goed van pas als we de kinderspeurtocht gaan doen. Deze speurtocht neemt je mee door het hele museum. Je moet allerlei vragen beantwoorden, waarmee je letters verzamelt die uiteindelijk een woord vormen. Door de verschillende vragen worden de kinderen op verschillende niveaus betrokken bij het werk van Van Gogh.

Voorbeeld: Op de benendenverdieping hangen portretten en zelfportretten van Vincent. Een van de vragen hierbij is: Op hoeveel schilderijen heeft hij een hoed op? Makkelijk zat. Langsrennen en tellen. Maar er is ook vraag waarbij je twee afbeeldingen ziet van portretten. De vraag is: Welke van deze is een zelfportret en welke is door iemand anders gemaakt? Hiervoor moeten ze goed naar alle portretten kijken tot ze de juiste twee hebben gevonden. Dan is het een kwestie van bordjes lezen. (Wat mijn jongste nog niet kan, dus die moeten we daar even mee helpen.) En daarna komt de vraag: Wat vind jij het belangrijkste verschil tussen de twee portretten? Mijn oudste antwoordt: Dat het in een andere stijl geschilderd is. Mijn jongste antwoordt: Dat hij op de ene een hoed op heeft. Allebei goed natuurlijk.

Ik vind het erg leuk dat er niet alleen goed/fout-vragen worden gesteld, maar ook vragen over wat je ziet. Verderop in de speurtocht wordt ook nog een keer gevraagd welk schilderij in een bepaalde reeks ze het mooist vinden, en waarom. Dat levert leuke gesprekken op.

Aan het eind hebben de meiden allebei het juiste woord gevonden. (Ik verklap natuurlijk niet wat dat is.) Als prijs mogen ze van de dame van de infobalie een ansichtkaart uitkiezen.

Dit was leuk!