Voetbal

Zaterdagochtend. De wekker gaat. Het is nog donker. Ik kijk op de klok. Het is nog vroeger dan normaal. Waarom staat dat ding in vredesnaam zo vroeg?

Voetbal.

Mijn oudste zit er op. Bij de F-jes. Er is een wereld voor me open gegaan.

Ik zie moeders langs de lijn bij de trainingen, die gezellig zitten te kletsen en die de jongere broertjes/zusjes bezighouden. Ik zie vaders langs de lijn, die van alles het veld op staan te roepen. “Kom op!” “Gaan nu!” “Ja, naar voren, naar voren!” Van die heldere instructies waar die voetballende kinderen écht iets mee kunnen. Daar moet ik dan wel een beetje om giechelen. Er is echt een verschil tussen voetbalvaders en voetbalmoeders. Ga maar eens kijken.

Kniebeschermers, kicksen, sokken, verenigingstenue. Alles op tijd in en uit de was. Vrijwilligers gezocht voor kantinediensten en assistent-trainers.

Om 8 uur ’s ochtends op pad naar de andere kant van de stad voor een uitwedstrijd. Live-verslag voor de thuisblijvers via de groeps-app. (14 kinderen, dus 28 ouders die allemaal “Hoera” appen bij elk doelpunt. Op zaterdagochtend staat mijn telefoon vanaf nu op stil.)

Voetbal is méér dan een spelletje hè? Het is een Manier van Leven. Dat begin ik in te zien.

En vooral zie ik mijn oudste die pas net begonnen is, en die de kleinste is van haar hele team, en die nog niet zo goed weet hoe en wat, maar die na haar allereerste wedstrijd supertrots thuiskwam:

“Mama! We hebben verloren met 15-0, maar als we minder ons best hadden gedaan had het makkelijk 23-0 kunnen worden!”

Een Manier van Leven, inderdaad.