Ziek

Ik las Renske’s blog van vorige week over baaldagen. Mijn dochters zijn wat ouder dan haar zoon, en bovendien met z’n twee, dus “knus” en “thuis” zijn woorden die ik tegenwoordig niet vaak samen in één zin gebruik. Ik associeer thuis eerder met gedachtes als “met gevaar voor eigen leven” en “godzijdank zitten ze 5 dagen per week op school”.

Daarentegen vind ik het heerlijk als ze ziek thuis zijn. Echt ziek. Zo’n lamme griep die dagenlang duurt. Futloos hangen ze op de bank onder een dekentje. Af en toe slepen ze zichzelf naar bed waar ze dan ook echt gaan liggen slapen. Urenlang knuffelen ze tegen me aan terwijl ik voorlees. En vooral: geen discussies, geen “ja maar”, geen “zij begon”. Rust. Echt, zo heb ik ze het liefst.

Maar langzaamaan begint de baaldag z’n intrede te doen. Vandaag werd ik gebeld door school dat mijn jongste zich niet zo lekker voelde. Ik laat alles uit m’n handen vallen en haal haar uit school. Ze ziet er inderdaad bleekjes en sloom uit, maar heel ziek is dit toch niet. Ik vraag haar wat er precies aan de hand is.

Met een gekwelde blik in haar enorme ogen kijkt ze me aan en zegt: “Ik denk écht dat ik ziek ben, mama. Want eergisteren moest ik een beetje overgeven en gisteren leek het alsof ik bíjna moest overgeven.” Ze ziet mijn sceptische blik, haar ogen worden nog wat groter en ze voegt eraan toe: “En ik heb buikpijn.”

Jaja. Een acute uitbraak van schoolziekte, denk ik zo. Levensgevaarlijk.

Tcoh heb ik het niet in me om op zo’n moment streng te zijn. Ik heb af en toe ook behoefte aan een reset. Dat je de hele dag op de bank hangt en afwisselend tv kijkt en boeken leest. Dat er even niets hoeft, dat er stilte is om je heen. Dat gevoel gun ik mijn kinderen ook. Af en toe. Niet te vaak.

Ik zeg tegen mijn jongste dat als ze buikpijn heeft, ze dus niet de hele middag om lekkertjes moet gaan zeuren. Dit neemt ze ter harte, want ze vraagt nu de hele tijd om groente- en fruitsnacks. Dus laten we het een detox-middag noemen en dan morgen – hop hop – weer helemaal gezond naar school.